
James Ensor volstaat niet om van Oostende een kunststad te maken. Alhoewel! Doe Leon Spilliaert erbij en vergeten we Constant Permeke niet. en er is een mooie reden om dat wel te doen. Deze geschiedenis zou moeten geschreven worden. In 1894 was er een 'Cercle des Beaux-Arts d'Ostende'. In 1893 was er zelfs al een Museum voor Schone Kunsten te Oostende gesticht, waarvan Henri Permeke. ja de vader van Constant. de eerste conservator was. Zelf schilder had hij in 1878 zijn 'Oostende bij regenweer' verkocht aan Leopold ll. maar dat is vandaag allicht geen referentie meer.
Niet voor niets is het een gerealiseerde wensdroom van Willy Van den Bussche zaliger. om het PMMK. na Brugge en leper in Oostende een goede haven te geven. in een voormalig grootwarenhuis, dat ondertussen MuZee is gedoopt. Misschien was Oostende. wel de enige stad ter wereld met een hotel waarin eigenaar en collectioneur Friederichs zijn eigen verzameling aan de muren toonde. Er zou - en ik doceerde meer dan dertig jaar de cursus 'Cultuurbeleid' aan de VUB - meer de nadruk moeten gelegd worden op dit potentieel van de Koningin der Badsteden. Het is hier niet de plaats om die geschiedenis te schrijven. Wel om het even te hebben over een actualiteit van een artistiek evenement deze zomer in Bruxelles Plage. Sinds geruime tijd heeft Luc Martinsen een pop-up opgezet om eigen werk te tonen in een leegstaand pand. centrum Oostende. Nu vertoeft hij er in het goede gezelschap van Etienne Elias en Roger Remaut, zijn evenknie en zijn tegenpool, een boeiende confrontatie. Etienne Elias krijgt stijgende belangstelling door de aandacht voor popart dezer dagen. Hij startte als belangrijke vertegenwoordiger van de Nieuwe Figuratie. samen met Roger Raveel. zowat de Vlaamse versie van de popart wegens de aandacht voor objecten van de alledaagsheid die dat soort schilderkunst kenmerkt. Zijn kleurgebruik was ongewoon en onvergetelijk. Een tikkeltje naïviteit was niet vreemd aan zijn werk. Toen dat 'Nouveau Réalisme', de naam die men er in Frankrijk aan gaf. uitbloeide. opteerde Etienne Elias niet voor de verdorring. maar voor de hergeboorte. Hij had de boodschap van de 'Neue Wilden' onmiddellijk begrepen. In de jaren tachtig begon hij zwierig met zijn verfkwasten op het doek te keer te gaan. Geen toegeving aan de mode. maar de ontdekking van zijn eigen aard als schilder. deze van het virtuoze. niet die van het minutieuze. Weer een zeer expliciet exuberant coloriet, zij het anders dan voordien.
Het is in die verfpoel dat Luc Martinsen als jonge kunstenaar plensend een bad nam. Zij werden dikke vrienden die ook bijdroegen aan het 'onveilig maken' van het Oostendse nachtleven. Kunst wordt zelden uit rust geboren. Er zijn landschapsschilders uiteraard, maar vaker inspireert de intensiteit van het stadsleven de kunstenaars die werken met hun 'ziel overhoop', zoals Zjef Vanuytsel (1945-2015) het zo mooi zong. Martinsen vindt snel zijn eigen penseeltrekken en een nog wilder kleurgebruik. Als dagboekmomenten verbeeldt hij het vallen en opstaan dat het leven zelf is. Hoewel er vaak herkenbare figuren optreden, lijken zijn werken seismografische neerslagen van het turbulente levensritme alsof het klotsen van de stormende zee de toon aangeeft van een concert vol scherpe roden, gelen, groenen, blauwen met zwarten die de maatslaan en witten die suggereren. Zijn plastische worstelingen zijn een plezier om zien. Ze zuigen de kijker mee in het gewoel dat het leven is en geven er kleur aan. Martinsen verlaat in de kleurwoestenij ook al eens de figuratie, zuivere bastaarderingen van de gemoedsexpressie.
Gans anders is het oeuvre van Roger Remaut. Het zijn oefeningen in soberheid. Hij observeert zijn omgeving, zowel natuur als cultuur. en komt zo tot synthesen, die zelf kunnen aangewend worden om reflectief bij stil te staan. Geen vieve kleuren, maar ingetogen tinten overheersen, gepaard met een vleugje 'memento morï sfeer eromheen. Blijf bescheiden, kijk wat het allemaal maar wordt. gezien de verwording van alles. Precies hier ligt de poëtische dimensie van het gevoel voor de schoonheid van het aftakelende. Hoewel we er maar één woord voor hebben, gaat het qua schoonheid om iets anders in de herfst dan in de lente. Remaut heeft de verworvenheden van de materiekunst verdergezet. met een grote liefde voor de aardse kleuren, veel bruinen en allerlei tinten grijs. Ander coloriet wordt gebroken om te nuanceren of het verschijnt als spoeling, alsof ze verdwijnen in de plaats van te verschijnen. Verf volstaat niet als expressiemiddel. andere media worden aangewend om de textuur meer betekenis te geven. Of beter meer potentieel daartoe, want de interpretaties blijven open. Samen. met hen gedrieën bieden ze een diverse vakantiewandeling aan. ook als de zon schijnt. Christinastraat 47, is geen winkeltje. maar een broeihaard van artistieke creativiteit en de er aan verbonden ontmoetingen, zoals het moet. Burgemeester Tommelein mag fier wezen op het kunstbad van zijn stad.
James Ensor à lui seul qui ne suffit pas pour faire d'Ostende une ville artistique. Bien que! Ajoutons Léon Spiliaert et n'oublions pas Constant Permeke - et il y a de bonnes raisons pour Ie faire quand mêmel Cette histoire devrait être écrite. En 1894 il y avait un 'Cercle des Beaux Arts d'Ostende'. En 1893, un Musée des Beaux- Arts fut déjà créé. ou Henri Permeke. eh oui: Ie père de Constant. était Ie premier conservateur. Etant peintre lui-même, il avait vendu en 1878 son 'Ostende sous la pluie' à Léopold Il - mais ceci n'est plus une référence de ces jours! Ce n'est pas pour rien que Ie rêve de feu de Willy Van den Bussche s·est réalisé pour donner au PMMK une destination definitive dans une grande surface, aujourd'hui MuZee. Et ceci après que Ie PMMK fut localisé à Ypres et Bruges. Peut-être Ostende était bien la seule ville au monde avec un hötel dont Ie propriétaire et collectionneur Friederichs. étalait sa propre collections aux murs pour Ie plaisir de ses hötes. Il faudrait accentuer beaucoup plus Ie potentie! de la Reine de Villes Balnéaires - et j'ai enseigné pendant plus de trente ans Ie cours ·gestion publique de la culture et des arts' à la VUB. Ce n'est pas Ie lieu ici pour écrire cette histoire, mais bien pour parler brièvement de l'actualité d'un événement artistique eet été à Bruxelles Plage. 0epuis quelque temps Luc Martinsen a commen.cé un pop-up dans un immeuble in.habité, afin de montrer son propre travail. A présent il se retrouve dans la bonne compagnie d'Etienne Elias et Roger Remaut. aussi bien son égal que son contraire, une confrontation captivante. Etienne Elias jouit actuellement d'une attention grandissante gràce à f'intérêt pour Ie popart. A !'origine il était un représentant important de la 'Nouvelle Figuration·, ensemble avec Roger Raveel. qu·on peut appeler la version flamande du popart à cause de l'attention pour les objets ordinaires, typique pour ce genre de peinture. Son emploi de couleurs était hors du commun et inoubliable. Un rien de naïvité ne lui était pas étrange. Lorsque ce 'Nouveau Réalisme' tel qu'on l'appelait en France, dépérissait. Etienne Elias optait pour Ie 'Renouveau·. Il avait tout de suite compris Ie message des 'Neue Wilden·. Dans les années quatre-vingt. il faisait danser sauvagement ses pinceaux sur la toile. Pas de concession à la mode. mais la découverte de sa propre nature en tant que peintre, celle de la virtuosité. non de la minutie. Encore des couleurs exorbitantes. bien que différentes d'auparavent.
C'est dans cette mare de peinture que Luc Martinsen, en tant que jeune artiste, se plongea. Etienne et lui devinrent de bons amis qui ne se retenairent pas de se lancer dans la vie nocturne ostendaise. L'art prend rarement naissance dans la tranquillité! Certes. il y a les peintres de paysages, mais plus souvent lïntensité de la vie citadine inspire les artistes qui travaillent du fond de leur coeur, sens dessus dessous. comme Zjef Vanuytsel (1945-2015) Ie chantait si bien. Très vite. Martinsen trouve sa propre touche de pinceau et utilise des couleurs encore plus impétueuses. Comme des extraits de journal, il illustre les vicissitudes de la vie même. Bien que souvent des personnages reconnaissables apparaissent, son oeuvre semble une copie sismographique de son rythme turbulent de vie. Comme si ce serait une mer mouvementée qui indique Ie ton d'un concert rempli de rouges chauds, de jaunes, verts, bleus avec des noirs qui battent la mesure et des blancs qui suggèrent. Ses luttes plastiques sont un plaisir à regarder. lls entraînent Ie spectateur dans la bousculade qu'est la vie et la mettent en couleur. Martinsen n'attache pas d'importance à ce qui est figuratif, du moment que son état d'äme est là, ça lui suffit. Tout autre est !'oeuvre de Roger Remaut. Ce sont des exercices en sobriété. Il observe son environnement. aussi bien la nature que la culture, et aboutit ainsi à des synthèses qui incitent à la réflection. Pas de couleurs vives. mais des teintes tempérées dominantes. entourées d'un rien de sphère 'memento morï. Restez modestes, regardez Ie résultat! C'est justement là que se situe la dimension poétique du sentiment pour la beauté du dépérissement. Remaut a continué les acquis de 'material art' avec une prédilection pour les couleurs terrestres. beaucoup de bruns et toutes les tonalités de gris. D'autres coloris sont brises pour enfin se briser comme s'ils disparaissaient au lieu d'apparaître. La peinture ne lui suffit pas pour s'exprimer, d'aures média sont mis en oeuvre peur agrandir la signification de la texture. Ou bien encore mieux car plus de potentie! ouvre Ie chemin pour les interprétentions. Ensemble, à eux trois, ils offrent ici une promenade estivale. même quand Ie soleil brille. La rue Christine, 47, n'est pas une boutique mais une source de créativité artistique et les rencontres qui s'en suivent. comme il Ie faut. Le maire Tommelein peut être fier de ce bain artistique dans sa ville.
Reactie plaatsen
Reacties